We benoemden het al eerder: voor het bouwen van geWoonboot 2.0 gebruiken we alleen maar duurzame bouwmaterialen. Eén van die materialen is kalkhennep. Naar dit materiaal hebben Jan en Joan uitgebreid research gedaan. Tijdens het doen van het onderzoek belandden zij bij een workshop van Kalkhennep Nederland. Wij nodigden hen uit op geWoonboot 1.0 en om de bouw van geWoonboot 2.0 te komen bekijken, aangezien we voor de bouw kalkhennep gebruiken. Lees hieronder het verslag dat Kalkhennep Nederland over de excursie schreef.

Kalkhennep in een Amsterdams woonschip

Onlangs organiseerde Kalkhennep Nederland een excursie naar Amsterdam. Bestemming: de drijvende woning in aanbouw van Jan Huisman en Joan Kramer. Ook in het programma opgenomen was een vaartocht langs de toekomstige ligplaats, de drijvende duurzame woonwijk SchoonSchip. In januari zal de bak erheen worden gebracht voor verdere afbouw. Het schip zal dan ruim 8.000 kilo hennephout, gemengd met bijna 10.000 kilo kalk in de wanden, vloer en het dak bevatten.

geWoonboot 1.0, vergaderlocatie op het water

 

 

 

 

 

 

We waren met een kleine club deelnemers aan de excursie. Die lichte tegenvaller werd ruimschoots gecompenseerd door de intensieve manier waarop kennis werd uitgewisseld, mede door de aanwezigheid van ervaren architecten en bouwers. Een van de terugkerende uitdagingen in ecologisch bouwen is hoe comfort te verhogen op een goede manier. Zo werd gesteld dat WTW-systemen eigenlijk maar een paar maanden per jaar gebruikt worden en dan zo’n 300 euro aan elektriciteit opslurpen, en de wereld opzadelen met vervuilende filters. Het is goed mogelijk om naar low tech oplossingen te zoeken, zoals luchtvangende vormen aan de buitenzijde van een woningschil, om voor natuurlijke ventilatie te zorgen.

Van geWoonboot naar Schoonschip

Jan en Joan hadden voor de start van hun project bij Rens Borgers van Ecobouw Salland een workshop gevolgd hoe te bouwen met dit type biobased bouwmateriaal. Zij zijn momenteel eigenaren van de geWoonboot, een inspirerende vergaderlocatie op het water aan het NDSM-plein. Vóór de crisis, in 2008, werd ze gebouwd in opdracht van een woningbouwvereniging als ‘duurzaam woonproduct van de toekomst’, met een autarkische inslag. De ark is van accu’s en zonnepanelen voorzien en gebruikt regenwater voor het doorspoelen van het toilet. Via een septic tank komt het afvalwater in een drijvend helofytenfilter terecht, alwaar het wordt gereinigd en weer de boot in gaat om het toilet door te spoelen. Omdat het eerste deel van de excursie plaatsvond op het water, konden we alvast wennen aan de deining.

Duurzame, experimentele woonwijk

De ambitie van Jan en Joan is om een nòg duurzamer project te realiseren, niet alleen om op het water te gaan werken, ook om erop te wonen. Dat kan in Amsterdam-Noord, waar experimentele duurzame woonboten een ligplaats hebben in de drijvende woonwijk SchoonSchip in het Johan van Hasseltkanaal, een zijkanaal van het IJ in de wijk Buiksloterham. Er is een Buiksloterhammanifest ondertekent, waarin experimenteel gebouwd mocht worden, versoepelde regels ten aanzien van bouwregels, en overheidsinstanties in participeren. Deze bijzondere collectie woonarken onderscheidt zich in zowel materialen als in duurzame technieken. Hier ligt bijvoorbeeld een uit strobalen opgetrokken gevel, en een woonark met kurk bespoten gevel. Wanneer de ark eenmaal op de ligplaats ligt, krijgt het een accu. Ieder schip heeft er een. De accu’s zijn aan elkaar verbonden, kunnen onderling stroom uitwisselen en zijn collectief eigendom van de samenwerkende eigenaren van de drijvende wijk. 

Op de ligplaats ligt nu nog een traditionele woonboot; daarachter, met de diagonale gevelelementen, de CLT hoogbouw.

Op de kade staat overigens ook een interessant gebouw; opgetrokken uit CLT (cross laminated timber) of dwarskruishout waarmee het mogelijk is lichte, houten prefab flats te bouwen. Het onlangs opgeleverde Triodos hoofdkantoor in Baarn, van RAU architecten, is ervan gemaakt. Het materiaal geldt als duurzame vervanger van constructief beton en staal. Renz wist erover op te merken: ‘Het aantal kuub hout dat nodig was voor dit gebouw, groeit in 6 minuten op de oppervlakte van Oostenrijk. De techniek is zo ver gevorderd, dat er lichte torens van 100 meter hoogte mee kunnen worden gebouwd.’

Keuze voor kalkhennep

In een inleiding lichtten Jan en Joan hun persoonlijke keuze voor kalkhennep toe: ‘Als botenbouwer vind ik het prettig om van staal de overgang te maken naar een materiaal dat zachter en gemakkelijker te vormen is. Ik kan het dik maken waar ik het wil, en dunner waar ik dat wil. Je kunt met kalkhennep gemakkelijk de bocht om. Aantrekkelijk in dit materiaal is het feit dat het lowtech is en het een massatraagheid heeft, wat gunstig is voor het binnenklimaat. Ik kan een volledig casco rondom maken. Je kunt er meteen op stuccen zonder dat je eerst stucgaas of andere lagen erop moet aanbrengen. Het is een ademende wand, en tegelijk een vochtbuffer. Omdat kalkhennep goed met vocht kan omgaan, is het misschien wel juist daarom extra geschikt voor ons project.’ Vocht in woonschepen is een bekende uitdaging. Jan maakt zijn gestorte kalkhennep wanden op de bovenverdieping 40 centimeter dik; beneden komen 30 cm dikke kalkhennep voorgedroogde blokken tegen de betonnen wand aan. Een eye-catcher worden twee grote verticale uitsparingen in de wand, waarin planten komen. De bovenverdieping krijgt een sedum-dak met zonnepanelen, en een grote schuifpui met hangend buitenterras.

Rietmatten

De betonnen bak meet 20 bij 6 meter. Bijzonder is dat de bak diep komt te liggen, waardoor de benedenverdieping grotendeels onder de waterlijn ligt. Op de ligplaats is een maximale hoogte toegestaan. Aandacht ging naar het damppunt. De boot krijgt misschien de Nederlandse primeur voor wat in België al langer wordt toegepast: op rietmatten die dubbel en kruislings over elkaar op de vloer- en dakspanten zijn geniet. De kalkhenneplaag die op de mat, als plafond, wordt gestort, krijgt daarboven een ventilatieruimte van 40 centimeter toebedeeld. Daarboven ligt dan – op een overspanning over de gehele breedte van de bak – het sedum dak met de zonnepanelen. Ook de vloer van de eerste verdieping wordt met kalkhennep gestort. De opstortvloer direct op de betonnen bak wordt geïsoleerd met een 15 cm dikke laag tweedehands EPS.

Ontwerp, of duurzaam bouwmateriaal als uitgangspunt nemen?

Jan kon een aantal geleerde lessen meegeven. Zo denkt hij dat het aantal kruisverbanden in de constructie waarschijnlijk naar beneden kan. Ook is het belangrijk in kalkhennepprojecten een architect te vinden die het bouwmateriaal centraal stelt. Ook merkte hij dat het betrekken van tweedehands bouwmaterialen een kwestie is van goed vooruit plannen en op tijd bestellen. ‘Dat is een ander ritme dan even ophalen bij de bouwmarkt op de hoek.’ 

Ervaring opdoen met kalkhennep

Joan, die op social media de vorderingen publiceert en de vergaderlokatie runt, denkt dat er in acht jaar veel veranderd is in de betrokkenheid en kennis over het verduurzamen van woningbouw. Jan verwoordt zijn pionierschap als volgt: ‘Als je je hierin begint te verdiepen, ga je op zoek naar wie de spelers zijn in Nederland. Wie is er wel en niet goed bezig, wie kletst uit zijn nek?’ Hij heeft met Rens Borgers van Ecobouw Salland de afspraak dat wanneer hij er zelf niet uit komt, Rens beschikbaar is voor advies. Dat geeft vertrouwen. Voorlopig wil Jan vooral vlieguren maken met het materiaal, want hij voorziet op basis van zijn opgedane ervaring, dat hij in de toekomst meer huizen van kalkhennep zal gaan realiseren.